Schreef ik afgelopen dinsdag nog over mijn vader, vandaag is mijn moeder aan de beurt. Zij zou vandaag 98 zijn geworden. Op deze dag in 2005 werd ze gevonden door de thuiszorg en al snel bleek in het ziekenhuis dat ze een hersenstaminfarct had. Dit houd in dat je alles meekrijgt wat er rondom je gezegd wordt maar dat je opgesloten zit in je lichaam en je je niet meer kunt uiten. Eigenlijk lig je als een plantje in bed, je kunt totaal niets meer. Ze heeft daarna nog 3 maanden in een verpleeghuis gezeten en is toen overleden. Heftig? Ja maar ook een grote opluchting dat haar een langer leed bespaard is gebleven. Want mijn moeder was een sterke vrouw en was in de laatste maanden een zielig hoopje mens, die beslist niet zo wou zijn en al helemaal niet in een verpleeghuis had willen belanden. De vooruitzichten waren volgens de neuroloog somber, ze zou nog maanden zelfs jaren kunnen leven in deze toestand. We hadden er dus ook vrede mee dat ze na 3 maanden overleed.
Nu zijn we ondertussen jaren verder, de vreselijke laatste 3 maanden zijn overgegaan in alleen maar fijne herinneringen aan al die jaren daarvoor. Maar kijk je ook anders tegen haar leven aan, want eigenlijk besef je nu pas dat ze best een zwaar leven heeft gehad als jongste kind van een gezin met nog 6 kinderen. Op het moment dat haar moeder (mijn oma) zwanger was van haar, was ze gelijktijdig zwanger met haar schoondochter. De vrouw van de oudste broer van mijn moeder. Daarmee is gelijk het grote leeftijdsverschil duidelijk. Haar moeder overleed toen ze zelf nog maar een kind was. Zussen en schoonzussen namen de honneurs waar wat betreft het huishouden en de zorg voor vader en 2 nog thuiswonende broers en uiteraard het kleine zusje.
Dan ben je 13 en mag van school, niet zoals de oudere zussen om dan ergens te gaan werken, nee je mag het gezin draaiende houden en eigenlijk heb je het daarna altijd gedaan. Op een gegeven moment kwam natuurlijk mijn vader in beeld en na hun trouwen bleven ze samen met haar vader en de nog steeds thuiswonende broers in de boerderij wonen. Op een gegeven moment werd er wel verhuisd maar ook dat ging samen met haar vader en de beide vrijgezelle broers. Tot op hoge leeftijd zijn deze broers bij het gezin blijven wonen, waardoor ik naast mijn ouders en zus dus ook de broers Karel en Lukas had. Als kind een rijk bezit. Pas begin jaren 90 kwamen mijn vader en moeder dus pas toe aan een leven met z’n tweetjes. Helaas begon mijn vader toen redelijk snel te kwakkelen met zijn gezondheid waardoor ze weer de zorg had over hem. Daarnaast waren er de broers die beide in een verzorgingshuis waren en ze ook daar vanaf afstand nog de zorg over had.
Dus om nu te zeggen dat mijn moeder een gemakkelijk leven heeft gehad, nee dat denk ik niet maar wel een leven waarin ze zich prima schikte, want zorgen voor anderen heeft ze altijd gedaan en was ook haar passie in het leven.
Vandaag dus 98 maar helaas maar 79 geworden.