Zaterdag, marktdag. Groente, fruit, kaas, eieren, broodjes, nootjes en soms nog wat andere dingen, dit koop ik allemaal op de markt. Ik hou van het buiten zijn en het gezellige van een markt. De ene keer loop ik op zaterdagochtend reeds voor 9 uur op de markt, de andere keer is het na 11 uur. Wanneer ik er wat later kom, dan worden er gelijk Vietnamese loempia’s meegenomen.
Na al die jaren zijn broer en zus bijna vrienden geworden en weten ze ondertussen van alles van me. Nu is het niet zo dat ik alles maar vertel, maar ooit heel lang geleden stond er iemand bij hun aan de kraam en deze dame vroeg aan mij hoe het met de theezakjes ging en of ik altijd nog verzamelde. Zo kwam het gesprek dus in het algemeen op mijn verzameling wat toendertijd vele malen kleiner was dan tegenwoordig. Vaak wanneer ik in al die jaren dan aan de kraam stond, werd gevraagd hoe het met de verzameling ging. Ja prima natuurlijk en ach zo nu en dan vertelde ik wel eens leuke anekdotes omtrent het vezamelen.
Maar kortgeleden stond ik weer eens aan de kraam en broer dook onder in een kastje en wat kwam er ter voorschijn? Ja hoor, zakjes uit Vietnam. Hij was op familiebezoek geweest en had daar aan mij gedacht.
Hier kan ik dan zo ontzettend blij van worden, dat ze wellicht honderden vaste klanten bezitten en toch aan mijn verzameling denken, zonder dat ik ooit heb gevraagd om iets mee te nemen.
Zo kan het kopen op de markt gewoon een spontane wending krijgen.
Afbeelding boven van genshes2013 via Pixabay