Zondag half 11, stervenskoude wind maar de zon schijnt en het beloofd een mooie dag te worden. Dus samen met Aurikelvriendin Ina op de fiets naar Oostwold, wellicht daarna richting Winschoten. Het is Open Tuinendag voor sneeuwklokjes. Goed ingepakt, voor zien van sjaal en handschoenen gaan we richting het oosten. Man man, wat is het koud, maar fijn is het wel om zo vroeg op de fiets te zitten. Helaas hebben we na een paar kilometer het eerste obstakel, vol bravoure gaan we bij gemaal de Rode Til het fietspad op. Slecht plan dus want we hebben aan het eind van dit “zomerfietspad” het modder dus overal zitten. Doen we niet weer na zoveel regen. Stukje ‘t Waar en dan richting Oostwold, zover we kunnen zien is het alleen maar vlakke land en “ain dikke poeste” wind.
Maar na 2 uur op de trappers komen arriveren we op de plek van bestemming en is het leed van modder en wind snel vergeten.
Dan kom je in een wereld van honderden verschillende sneeuwklokjes, krokussen, laat zich her en der al een narcis zien, cyclaampjes en allerlei ander moois. Vertel aan mij dus nooit dat sneeuwklokjes maar sneeuwklokjes zijn. Er zijn zoveel verschillende, van kleintjes tot langwerpige, van dubbele tot lang gerekte. Gewoon een walhalla aan klokjes. Wat aan de voorkant een klein huisje met een tuintje lijkt, is aan de achterkant een gigantische tuin met allemaal verschillende kamers met beplanting of vijvers. Ben je dan uiteindelijk aan het eind van de tuin, dan zit je aan de boorden van het Oldambtmeer met een geweldig uitzicht. En dan te bedenken dat dit ooit en huisje was, ergens in het boerenland, uitgestrekte akkers en waar de jeugd wegtrok omdat er amper werk was. Nu een van de pareltjes van Oost Groningen.
Hier fiets ik dus zeer zeker de komende maanden nog eens heen, want ik wil deze tuin ook graag zien in mei of in het najaar.