In mei was het niet mogelijk om naar Neuengamme te gaan, Covid-19 gooide roet in het eten. Afgelopen donderdag was het zover en mocht ik dit kamp bezoeken. Als nichtje van een van de slachtoffers van het kamp werd ik gelijk met alle egards ontvangen. Kreeg een boekje kado en er werd ook direct een afspraak gemaakt met een van de beheerders van het archief. Wat gelijk heel opvallend was, de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen. Zijn de mensen hier vriendelijker dan in het grensgebied van Duitsland, Ost-Friesland? Daar vind ik de mensen vaak wat gereserveerd over komen of zoals we hier in Groningen zeggen, “stoens”.
Neuengamme was het grootste concentratiekamp in noord-west Duitsland en werd er opgericht om daar de produktie van bakstenen voor grote bouwwerken in Hamburg. Het kamp was ooit gebouwd voor dissindenten en tegenstanders van het regime, maar gaande weg kwamen er steeds meer andere groepen gebracht, Joden, zigeuners, verzetsmensen, Jehova’s en vele anderen. Merendeel kwam uit Oost Europa. 43000 mensen zijn in het kamp overleden, daar kwamen nog bij dat er duizenden naar andere kampen zijn overgebracht en daar overleden en ook nog eens velen die na de oorlog toch nog zijn overleden aan de ontberingen die ze tijdens hun verblijf in het kamp hadden doorstaan.
75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog loop je dan op de plek waar oa mijn oom Jacob Schol, maar ook vele anderen waaronder Jans Zwinderman zijn overleden “Jouw hart sta ik nooit meer af”, waar Wim Alosery “De laatste getuige”, de ontberingen heeft overleefd, maar waar ook veel weigeraars van de Arbeitz einsatz uit de omgeving van Zuidbroek terecht kwamen.
Slechts 3 uur rijden vanaf mijn huis kom je dan even in een heel andere wereld, een wereld die ik aleen ken vanuit de vele boeken die ik heb gelezen over dit kamp. Dan loop je daar op grond waar ooit mensen, die eigenlijk al geen mensen meer waren maar wandelende skeletten vele ontberingen hebben doorstaan en voor de meeste met de dood tot gevolg.
6600 Nederlandse mannen en 250 vrouwen, een klein aantal kwam terug naar huis, de een van ellende overleden, de ander doorgeschoten of in de laatste dagen van de oorlog om het leven gekomen op de Cap ‘d Ancona.
Doeken, doeken vol namen die al eens lader richting de hemel gaan, allen overleden en daar staat dan de naam “Jacob Schol”, nooit gekend en toch zo aanwezig in mijn leven. Door hem ben ik me gaan verdiepen in de Tweede Wereldoorlog en heb ik vele boeken gelezen en zullen er nog vele volgen.
Foto’s allen ©Maria