Soms kan ik jaloers zijn op mensen die 1 hobby bezitten en daar alle tijd aan kunnen besteden. 1 hobby wat een luxe. Ik ben een persoon die dus heel veel dingen wil doen naast mijn gezin en werk. De tijd gaat zo snel en je moet er toch uithalen, wat er in zit? Afgelopen dinsdagavond zat ik dus bij een lezing van de Historische Kring Menterwolde. De avond stond in het teken van de strokarton industrie in Oost Groningen.
Hier waar de vette klei is en de tarwe goed wil groeien werden aan het eind van de 19de eeuw diverse fabrieken opgericht om karton te produceren.
Als klein meisje had ik dus geen tekenpapier maar mooie kartonnetjes van buurman Tobias de Boer, maar ook van mijn beide ooms, Jan Bakema en Jan Nijborg. Allemaal werkten ze in de karton industrie en namen dit voor me mee.
Merendeel van de fabrieken waren in handen van de boeren uit de regio, personeel had een vast en goed loon, dus wanneer je als 14-jarige van school kon en je had het geluk dat je in de fabriek kon gaan werken, dan wist je dat je het goed had. Maar toch kwamen de arbeiders op een gegeven moment in opstand, de prijs van karton was hoog, de boeren als leverancier van het stro en eigenaar van de fabriek, kregen dik betaald voor de stro en voor het karton. Men ging staken en zo kwam het communisme tot grote bloei in Oost Groningen. Fré Meis werd de held van de arbeiders.
En zo zit je dus een avond geboeid te luisteren naar deze verhalen en anekdotes. Tegelijkertijd kom ik dan weer terug bij het begin van dit verhaal, wat ben ik ontzettend blij dat ik vele hobby’s bezit, je zult toch maar een persoon zijn die helemaal geen hobby’s heeft.
Strokartonfabriek de Toekomst in Scheemda, een van de weinige oude fabrieken die bewaard is gebleven, ondertussen een grote restauratie heeft ondergaan en waar men nu over aan het brainstormen is om te kijken wat ze met dit kolossale pand gaan doen.