De Advent is in het christendom de benaming voor de aanloopperiode naar kerst. De naam advent komt van het Latijnse woord adventus, dat komst betekent. In de adventperiode bereiden christenen zich voor op het kerstfeest, wordt de geboorte van Jezus herdacht en zijn wederkomst verwacht.
Het Liturgisch jaar begint met de advent. Eenvoudig gerekend begint de advent vier zondagen voor Kerstmis. De advent begint altijd op de zondag die het dichtst valt hij het feest van de Heilige Andreas (30 november). Deze zondag valt tussen 27 november en 3 december. De advent eindigt op 24 december bij het avondgebed. Hierdoor is de lengte van de adventsperiode verschillend, maar telt wel altijd 4 zondagen.
- 1e zondag: Levavi
- 2e zondag: Popus Sion
- 3e zondag: Gaudete
- 4e zondag: Rorate
De advent beging bij oosters-orthodoxe kerken een week eerder en telt 40 dagen (15 november). In huizen en kerken wordt de advent symbolisch zichtbaar gemaakt door een kaarsenstandaard of een adventkrant waarop vier kaarsen staan. Elke zondag wordt een extra kaars aangestoken. Op de laatste zondag voor kerst branden dan alle kaarsen. In de Rooms-Katholieke Kerk: Vanaf 17 december tot 24 december wordt de kerstnoveen gehouden. Er zijn dan geen gedachtenissen van heiligen en het dragen van gewaden in de paarse kleur is voorgeschreven. Tijdens de adventperiode wordt in kerken gebruikgemaakt van de litugische kleur paars, de kleur van boete en inkeer. Op de derde zondag van de advent, zondag Gaudete, kan de kleur rozen gebruikt worden om het feestelijke karakter van deze zondag weer te geven.
Leuk om te weten Maria